We hebben veel positieve reacties ontvangen op ons artikel over het aanpakken van oplichters van 2 april 2016. De meeste reacties kwamen van mensen die het slachtoffer zijn geworden van een oplichter.  In de week waarin we het artikel schreven waren ook “nepadvocaten” in het nieuws. Er bestaat een bende oplichters die hun slachtoffers nog een keer benaderen. Ze zeggen dan dat ze advocaat zijn (in dit geval in Londen) en ze vragen geld om achter de daders aan te gaan. Ga hier nooit op in! Een echte advocaat neemt nooit telefonisch zaken en nieuw klanten aan, met een echte advocaat heb je altijd eerst een gesprek op zijn kantoor.

Juridische methodes

We kregen ook veel vragen over de juridische middelen die een advocaat in kan zetten om de schade op een oplichter te verhalen. Het artikel van 2 april 2016 ging over het aanpakken van oplichters via de civiele rechter. Woorden als “fraude” en “oplichting” staan niet in het Burgerlijk Wetboek. Wat zijn dan de instrumenten die we inzetten om in een rechtszaak geld terug te vorderen van een oplichter? In dit artikel geven we een kijkje in onze keuken. Zo gaan we te werk als we voor u een oplichter dagvaarden.

Analyse

Als u bent opgelicht en u wilt het er niet bij laten zitten, dan maakt u samen met uw advocaat een plan van aanpak. Met de advocaat bespreekt u wat er is gebeurd, op welke manier u bent opgelicht, wat de zwakke en sterke punten van de claim zijn, enzovoort. Misschien heeft u voor het eerst in uw leven een advocaat nodig. Lees hier meer over het verloop van een intake bij een advocaat.

Beslag leggen?

Oplichters en fraudeurs denken op een andere manier dan u. Ze sluizen bijvoorbeeld geld weg als u gaat procederen zodat u er naast grijpt na de uitspraak van de rechter. Het eerste wat u met uw advocaat doet is onderzoeken of er conservatoir beslag kan worden gelegd op bezit of banktegoed van de oplichter om uw vordering zeker te stellen. Met conservatoir beslag wordt bedoeld: beslag dat vooraf en onverwacht wordt gelegd. Hiervoor kan de rechter toestemming geven zonder dat de andere partij wordt gehoord. Het is dus echt een onverwacht beslag, dat maakt de kans van slagen groter.

Wettelijke grondslag nodig

Een procedure tegen een oplichter of een fraudeur begint met een dagvaarding. In de dagvaarding staat de eis, maar er moet ook instaan op welke wetsartikelen de vordering is gebaseerd. Het is de taak van een advocaat de juiste wettelijke grondslag te omschrijven. Daarbij zal hij strategisch nadenken welke grondslag het beste past bij de eis om de kans op toewijzing door de rechter zo hoog mogelijk te maken.  De ene grondslag is lastiger te bewijzen dan de andere. In sommige zaken worden meerdere grondslagen aangevoerd. De rechter moet deze dan allemaal beoordelen.

Onrechtmatige daad

Dit is een voorbeeld van een wettelijke grondslag die vaak voorkomt in fraude- en oplichtingszaken. Met een onrechtmatige daad kun je schadevergoeding krijgen. Er moet aan relatief hoge eisen worden voldaan voordat sprake is van een onrechtmatige daad. Ook de vraag of er een verband bestaat tussen de onrechtmatige daad en de schade (causaliteit) is soms lastig. Onrechtmatige daad is niet altijd de slimste grondslag, omdat de eisen hoog zijn.

Onverschuldigde betaling

Als een oplichter geld verduistert waar hij geen recht op heeft, omdat er geen geldige afspraak is, dan kan de terugvordering worden gebaseerd op de wettelijke bepalingen over onverschuldigde betaling. Dit is een vordering die vaak kans maakt. Het valt voor een fraudeur als er geen overeenkomst is vaak niet mee om te bewijzen dat hij recht heeft op het geld. Om die reden is onverschuldigde betaling als grondslag procestechnisch gezien meestal slimmer dan onrechtmatige daad. Bij dit soort zaken gaat het vaak om oplichters die duidelijke sporen nalaten. Zoals bijvoorbeeld een mantelzorger die geld overboekt naar zijn eigen rekening omdat hij een pincode kent. De betalingen vindt je dan terug in bankafschriften.

Wilsgebreken

Het woord bedrog komt letterlijk in de wet voor. Bij bedrog kan de rechter een overeenkomst vernietigen. Dat geldt ook bij bedreiging, bij dwaling en bij misbruik van omstandigheden. Deze aanpak helpt dus alleen bij vormen van fraude als de overeenkomst zelf geldig is. Het helpt dus niet tegen verschillende vormen van verduistering of fraude waar helemaal geen sprake is van een overeenkomst tussen de oplichter/fraudeur en het slachtoffer. Als je inzet op een “wilsgebrek” ga je er van uit de overeenkomst geldig is maar wil je deze ongeldig laten verklaren door de rechter. Dat is dus iets anders dan een onverschuldigde betaling; die grondslag zet je juist in als er nooit een overeenkomst/contract/afspraak is geweest. Overigens, als de rechter de overeenkomst inderdaad ongeldig verklaart (vernietigt), dan heb je weer wel te maken met onverschuldigde betaling: het betaalde geld moet dan worden terugbetaald omdat er geen overeenkomst meer is. Maar de eis tot ongeldigverklaring (vernietiging) wordt door de rechter niet beoordeeld door toepassing van de regels over onverschuldigde betaling, maar door toepassing van de regels over de wilsgebreken: bedrog, bedreiging, dwaling en misbruik van omstandigheden.

Bewijs

Bij rechtszaken moet je de feiten noemen (“stellen”) die nodig zijn om de eis toegewezen te krijgen op grond van het wetsartikel waarop je een beroep doet. Deze feiten kunnen worden tegengesproken door de oplichter of fraudeur (“ontkennen”  of “betwisten”). Als dat met een goede onderbouwing gebeurt, dan kan de rechter niet zomaar aannemen dat het gegaan is zoals de eiser stelt: de feiten “zijn niet vast komen te staan”. Daarom moet je van tevoren nadenken over de vraag of de feiten bewezen kunnen worden. Een goede procesadvocaat houdt daar rekening mee. Bewijs dat ontbreekt, kan soms op een handige manier verkregen worden. Bewijs dat er wel is moet op het juiste moment worden ingebracht. Soms kun je er in een twijfelgeval voor zorgen dat niet jijzelf, maar de ander (tegen)bewijs moet leveren, zodat de andere partij in het nadeel is. Iemand die iets moet bewijzen in een procedure, loopt het risico dat hij het bewijs niet kan leveren; voordat het zo ver is kun je op een slimme manier het risico te verschuiven naar de andere partij. Als advocaat kunnen we op verschillende manieren bewijs verzamelen. Bijvoorbeeld door een getuigenverhoor of door de andere partij de verplichting op te leggen om informatie te geven.

 

Geplaatst door Marius Hupkes

marius-2016

Marius Hupkes is advocaat

Lees hier meer artikelen van Marius Hupkes