Uw advocaat in Amsterdam! Voor erfrecht, schade en aansprakelijkheid, oplichting, familierecht, beleggingsfraude, arbeidsrecht en bankrecht.

Schuldsanering

Hoger beroep over een dwangakkoord, ontvankelijk of niet?

Als het minnelijke traject mislukt, behoort een dwangakkoord ex art. 287a Fw. tot de mogelijkheden. Een verzoek om een dwangakkoord op te leggen aan de schuldeiser die niet instemt met het minnelijke voorstel is onderdeel van een WSNP-verzoek en wordt tegelijk ingediend. Dat het dwangakkoord door de rechtbank eerst wordt behandeld, is logisch: als het dwangakkoord wordt toegewezen, is het wettelijke traject niet meer nodig.

2022-08-20T20:33:47+01:0030 december 2015|Schuldsanering, Uitspraken|

Veroordeeld wegens toeslagfraude, maar toch schone lei

Een moeder pleegt voor een bedrag van € 44.095 fraude met kinderopvangtoeslag. Zij heeft meerdere schulden en vraagt toelating tot de WSNP. Zij meldt de fraude aan de rechter die moet beslissen over de toelating, en de rechter laat haar vervolgens toe tot de regeling. Tegen het einde van de looptijd van de WSNP wordt onze cliënte gedagvaard voor de strafrechter. Wegens de fraude wordt zij veroordeeld tot een taakstraf. Zij vertelt op de strafzitting dat zij inmiddels in de WSNP zit.

Tweede WSNP-verzoek is niet mogelijk hangende faillissementsaanvraag

Bij het invoeren van de WSNP wilde de wetgever natuurlijke personen zo veel mogelijk toeleiden naar de WSNP in plaats van failliet laten gaan. De wetgever zag echter over het hoofd dat dit nadelig is voor werknemers die geen salaris krijgen. Toelating tot de WSNP lukt soms niet, en gedurende deze tijd wordt de faillissementsprocedure aangehouden. De werknemers zitten al die tijd in een soort “niemandsland”. Ze krijgen geen ontslag, en ook geen uitkering. Ze moeten maar afwachten of het de werkgever lukt in de WSNP te komen.

2021-11-01T17:28:23+01:002 april 2015|Faillissementen, Schuldsanering, Uitspraken|

Looptijd WSNP soms korter dan 3 jaar

Er zijn landelijke verschillen tussen de rechtbanken. Sommige rechtbanken gaan ruimhartig om met kortere looptijden in gevallen die zich daarvoor lenen. Andere rechtbanken zijn strenger. Ook is de vraag of wel wordt opgemerkt dat sprake is van redenen om de looptijd te verkorten. Omdat dit verschil in toepassing van de wet ongewenst is, hebben de rechters een richtlijn opgesteld. Op die manier kan landelijk hetzelfde beleid worden gevoerd.

2021-11-01T17:30:11+01:0029 maart 2015|Faillissementen, Schuldsanering|
Ga naar de bovenkant