Precies een jaar geleden is de nieuwe Ontslagwet, de WWZ, ingegaan. De wet functioneert nu een jaar. Dit zijn mijn praktijkervaringen tot nu toe.

Winnaar: de grote bedrijven

De WWZ heeft een einde gemaakt aan het tijdperk van de riante “gouden handdrukken”, geparkeerd in stamrecht-BV’s. Voor de invoering konden jobhoppende managers dubbele jaarsalarissen bij elkaar harken bij ontslag. Grote bedrijven hebben voordeel bij het beperken van de ontslagvergoedingen bij reorganisatie: zij kunnen tegen lagere kosten saneren bij economische tegenwind. De ontslagvergoeding nieuwe stijl, de transitievergoeding, is lager en gekoppeld aan een maximumbedrag. Een kleine nuance. Individueel ontslag (bijvoorbeeld bij een verstoorde arbeidsverhouding) is lastiger geworden. En sommige oude regelingen pruttelen nog door.

Verliezer: de kleine bedrijven

Het midden- en vooral het kleinbedrijf maakte voor 1 juli 2015 gebruik van de goedkope ontslagroute via het UWV. Na opzegging met een ontslagvergunning werd doorgaans geen ontslagvergoeding betaald. De nieuwe wet geeft geen vrije keuze meer: de ontslagroutes zijn vastgelegd. De transitievergoeding is verplicht gesteld. De tegemoetkomingsregeling voor kleine bedrijven in zwaar weer (de “Overbruggingsregeling”) verzacht het leed voor de kleine ondernemers niet. Kleine werkgevers krijgen namelijk alleen een vrijstelling voor de ontslagvergoeding als er een negatief eigen vermogen is en drie jaar verlies. U raadt het al, dan is een bedrijf al lang en breed failliet. Bij kleine bedrijven – vaak firma’s en eenmanszaken – is dat meteen een persoonlijk faillissement van de ondernemer. Nog ondoordachter is dat de Overbruggingsregeling niet geldt als de werknemer eerst 2 jaar ziek is en dan uit dienst gaat wegens ziekte. Keiharde gevolgen van de nieuwe wet, in een tijd waarin kleine bedrijven het toch al moeilijk hebben. Voor de invoering van de WWZ kon de kantonrechter nog wel rekening houden met geldnood van bedrijven. Nu kan een ontslagzaak een reden voor faillissement zijn.

Winnaar: de werknemers van kleine bedrijven

Logisch, als de kleine bedrijven verliezen, dan winnen de werknemers van kleine bedrijven. Zij krijgen namelijk standaard een ontslagvergoeding, ook als hun werkgever financieel aan de grond zit. Voor de WWZ was dat niet altijd het geval. Let op: dit is natuurlijk alleen een voordeel voor individuele werknemers die al een vaste baan hebben, want…..

Verliezers zijn: werknemers die een vaste baan willen

Er is door anderen al veel over gezegd en geschreven. Voor vooral kleine werkgevers is het riskanter geworden om vaste contracten te geven. Het is moeilijker geworden om een werknemer individueel te ontslaan. Uit onderzoek blijkt dat rechters twee keer zo vaak ontslagverzoeken afwijzen. Ondernemers zijn ook maar mensen: ze willen hun risico beperken. De groei van flexwerk en ZZP’ers is niet te stuiten als je de regels over ontslag aanscherpt. Dit effect was voorzienbaar en ik begrijp de logica van de regering dan ook niet. Als je meer vaste banen wilt in plaats van flexwerk, moet je het juist aantrekkelijker maken om personeel aan te nemen. Lees ook: “Ontslagrecht is reden voor groei ZZP’ers“.

Verliezer: de kantonrechter

De “vrije beslisruimte” van kantonrechters is kleiner geworden. Een voorbeeld. Als een werkgever er onder het oude recht slecht voor stond, kon de kantonrechter een lagere ontslagvergoeding vaststellen. Dat kan nu niet meer: in de wet staat precies wat er moet worden afgerekend. Dus ook als dat tot het faillissement van de werkgever leidt. Dat moet toch frustrerend zijn voor kantonrechters. In elk geval levert het saaie zittingen op: het staat al vast wat de uitkomst is, als een werknemer voor een niet betaalde transitievergoeding naar de rechter moet. We leven in een tijd waarin de regering de rechter nauwgezet wil voorschrijven hoe moet worden beslist. Dat zie je ook op ander terrein, bijvoorbeeld bij minimumstraffen in strafzaken. Persoonlijk vind ik deze ontwikkeling spijtig. Ik vind dat de rechters prima maatwerk leverden onder de oude wetgeving.

Winnaar: de advocatuur

De bedoeling van de nieuwe ontslagwet was dat alles simpeler zou worden. De resultaten van rechtszaken moesten voorspelbaar worden, alsof je een robot laat beslissen (zodat je de advocaat of jurist overbodig maakt). Is dat gelukt? Nee, het is juist ingewikkelder geworden. Onder andere de invoering van hoger beroep leidt tot extra werk voor de advocatuur. Voor een werknemer is het na ontslag lonend om door te procederen voor een hogere vergoeding. Onzekerheid betekent meer werk voor advocaten. Is de arbeidsverhouding verstoord? Grote kans dat ontslag niet mogelijk is. In dat geval is er alsnog volop onderhandelingsruimte voor een vergoeding die hoger is dan de standaardvergoeding na de rechtszaak. Dus waarom zou je vooraf schikken?

Pijnpunten

De minister werkt aan het verzachten van een aantal pijnpunten. Onder andere de transitievergoeding na 2 jaar ziekte wordt herzien. De hoofdlijnen van de nieuwe wet blijven ongewijzigd. Conclusie: kleine bedrijven zullen vaste contracten blijvend vermijden.  Alleen grote bedrijven en (semi)publieke instellingen kunnen de risico’s dragen. Met de wetswijziging is dus een kans gemist.

 

Geplaatst door Marius Hupkes

 

marius-2016

Marius Hupkes is advocaat en ex-griffier van de Raad van Discipline.

Meer lezen?

Lees hier de andere blogs over het wel en wee van de advocatuur.

Of volg de komende blogs via Twitter of LinkedIn.