Sinds 1 april 2020 kan compensatie worden aangevraagd voor de betaalde transitievergoeding bij ontslag van een werknemer, die langdurig arbeidsongeschikt was. Het kan gaan om aanzienlijke bedragen die een werkgever terug kan krijgen, dus reden te meer om in deze voor veel werkgevers financiëel moeilijkere tijden spoedig de compensatie aan te vragen.

In welk geval?

Als een werknemer langer dan twee jaar ziek is, mag een werkgever de arbeidsovereenkomst beëindigen. In dat geval heeft de werknemer recht op een transitievergoeding. Vanaf 1 april 2020 is het mogelijk om voor deze betaalde transitievergoeding compensatie aan te vragen. Dit kan ook met terugwerkende kracht voor dienstverbanden die op of na 1 juli 2015 zijn geëindigd.

Waar en onder welke voorwaarden?

De compensatie kan worden aangevraagd bij het UWV (https://www.uwv.nl/werkgevers/formulieren/compensatie-transitievergoeding-langdurige-arbeidsongeschiktheid.aspx). Bij het aanvragen van de compensatie gelden in beginsel de volgende voorwaarden: 1) De arbeidsovereenkomst is (gedeeltelijk) beëindigd wegens langdurende arbeidsongeschiktheid – derhalve na het verstrijken van minimaal twee jaren, 2) de werknemer was bij de beëindiging nog ziek en 3) de werkgever heeft de transitievergoeding betaald.

Wanneer?

Uiteraard is het raadzaam om de compensatie, nadat de transitievergoeding volledig is betaald, zo spoedig als mogelijk aan te vragen. Daarnaast is het aanvragen van een vergoeding niet onbeperkt mogelijk. Indien de transitievergoeding volledig is betaald voor 1 april 2020, dan kan er tot 30 september 2020 een aanvraag worden gedaan. Indien de vergoeding op of na 1 april 2020 is voldaan, dan moet de aanvraag binnen zes maanden worden gedaan.

Hoeveel wordt er vergoed?

In beginsel wordt de betaalde transitievergoeding vergoed, maar dan moet vanzelfsprekend wel de juiste hoogte zijn berekend/betaald. Het is dus van groot belang dat het betaalde bedrag aan transitievergoeding ook overeenkomt met de geldende wijze van berekening. Onder meer is de wijze van berekening voor 1 januari 2020 anders dan de regeling die geldt vanaf 1 januari 2020. Daarnaast vergoedt het UWV niet meer dan de werkgever heeft betaald. Stel dat een werkgever dus een lager bedrag met de werknemer overeenkomt, dan komt slechts dat lagere bedrag in aanmerking voor vergoeding. Ook zal door het UWV niet meer worden vergoed, dan het in dat jaar geldende wettelijk maximum. Tevens wordt opgebouwde transitievergoeding over bijvoorbeeld de periode dat sprake was van een loonsanctie niet vergoed. Evenmin kan een werkgever aanspraak maken op wettelijke rente en vergoeding van werkgeverspremies.

Wanneer wordt de vergoeding betaald?

Het UWV zal de aanvraag beoordelen en bepalen of voor een compensatie in aanmerking wordt gekomen. De duur van de beoordeling van de aanvraag hangt af van de situatie. Als het opzegverbod wegens ziekte voor 1 april is geëindigd, dan is de beslistermijn 26 weken. Indien voornoemde opzegverbod op of na 1 april is geëindigd, dan wordt met 8 weken een beslissing genomen. Als uit de beslissing volgt dat compensatie plaatsvindt, moet het binnen zes weken zijn betaald.

Niet eens met de beslissing?

Indien de werkgever niet kan instemmen met de inhoud van de beslissing, dan kan bezwaar worden gemaakt. De termijn hiervoor is zes weken.

Tot slot

Dient u (nog) over te gaan tot beëindiging en wil u zekerheid over de hoogte van de transitievergoeding? Heeft u hulp nodig bij de aanvraag van compensatie? Is onverhoopt uw verzoek tot vergoeding afgewezen? Of heeft u een andere vraag? U kunt vrijblijvend contact met ons kantoor opnemen (020 696 3000 – info@hupkesadvocaten.nl).

geschreven door Leonie Keet