“Schone lei” is een kernbegrip uit de Nederlandse faillissementswet. Onderdeel van deze wet is de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Na een streng regime van 3 jaar (in sommige gevallen korter of langer) onder toezicht van een bewindvoerder kan de rechtbank de schone lei verlenen. Dat heeft als juridisch gevolg dat schulden niet meer afdwingbaar zijn, en daarmee vervallen. Een schone lei geeft dus een nieuwe start zonder schulden. De schone lei is opgenomen in art. 358 lid 1 Fw.:

 “Door de beëindiging van de toepassing van de schuldsaneringsregeling op grond van artikel 356, 2e lid is een vordering ten aanzien waarvan de schuldsaneringsregeling werkt, voorzover deze onvoldaan is gebleven, niet langer afdwingbaar, onverschillig of de schuldeiser al dan niet in de schuldsaneringsregeling is opgekomen en onverschillig of de vordering al dan niet is geverifieerd“.

 

Uit de bepaling blijkt dat het geen verschil maakt of de schuldeiser op de hoogte was van de toepassing van de schuldsaneringsregeling. In het voortraject heeft de schuldhulpverlening tot taak de schulden te inventariseren zodat de rechter een zo compleet mogelijk beeld heeft om de toelating tot de WSNP te beoordelen. Indien niettemin een schuld onbekend is bij de toelating, verkrijgt de schuldenaar toch een schone lei. Volgens de theorie kan de schuldeiser zich informeren via het openbare insolventieregister.

Uitgezonderd van de schone lei zijn bepaalde studieschulden aan DUO en vorderingen uit hoofde van een strafrechtelijke veroordeling.

Een afgegeven schone lei kan door de rechter worden ingetrokken, als later blijkt dat de schuldenaar de regels van de WSNP niet heeft nageleefd. Dat is zelfs nog tien jaar nadat de schone lei is afgegeven mogelijk. Bij het ontnemen van de schone lei worden alle schulden weer opeisbaar.

 

Lees hier onze publikaties waar de schone lei een rol speelt.