Op 1 juli 2015 wordt via de Wet werk en zekerheid het nieuw ontslagrecht ingevoerd. Deze wet brengt grote veranderingen in het Burgerlijk Wetboek waarin het ontslagrecht wordt geregeld. Maar er komen ook belangrijke veranderingen in de Werkloosheidswet (WW).

Overzicht van de veranderingen:

  • na een halfjaar WW moeten werkzoekenden alle werk aanvaarden. De WW gaat er met ingang van 1 juli 2015 van uit dat alle arbeid na een halfjaar passend is.
  • de periode van een werkloosheidsuitkering wordt vanaf 1 januari 2016 tot 2019 stapsgewijs verkort van 38 naar 24 maanden.
  • werkgevers en vakbonden kunnen in cao’s afspraken maken over eventuele aanvulling na 24 maanden; in bepaalde branches kan de WW dus langer duren.
  • de hoogte van de WW blijft in principe gelijk.
  • op 1 juli 2015 wordt de urenverrekening vervangen door de inkomensverrekening. Dit betekent dat vanaf de eerste WW-dag 30% van het verdiende loon niet in mindering wordt gebracht op de WW-uitkering;
  • er bestaat een nieuwe maatregel in de WW: de Brug-WW. Werklozen die aan de slag gaan bij een nieuwe werkgever in een sector waar een tekort is aan arbeidskrachten, komen in aanmerking voor een Brug-WW-uitkering voor de uren waarin zij de noodzakelijke omscholing krijgen. Voor de uren waarin zij daadwerkelijk werken voor de werkgever, ontvangen zij gewoon salaris. De Brug-WW scheelt de werkgever dus scholingskosten.