Tegen besluiten van de gemeente en andere overheidsinstellingen zoals het UWV kan bezwaar worden gemaakt bij het betreffende bestuursorgaan.

Tegen besluiten van de gemeente en andere overheidsinstellingen zoals het UWV kan bezwaar worden gemaakt bij het betreffende bestuursorgaan. Daarna kan beroep in worden gesteld bij de afdeling bestuursrecht van de rechtbank.

Het bestuursrecht

Het begrip bestuursrecht is een verzamelbegrip. Hieronder vallen zeer uiteenlopende wetten die te maken hebben met de uitvoering van wetgeving door de staat, de lokale overheid of door andere overheidsorganen. Deze bestuursorganen nemen besluiten. Sommige besluiten kunnen worden aangevraagd door een burger, bedrijf of instelling. Het bestuursrecht organiseert de rechtsbescherming tegen besluiten van bestuursorganen.

Bijzondere wetten en de Algemene wet bestuursrecht

Overheidsorganen voeren bijzondere wetten uit. Zo beslist de gemeente over het al dan niet afgeven van een omgevingsvergunning of een kapvergunning voor een boom. UWV (Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen) beslist over een aangevraagde WW of WIA-uitkering. Deze instellingen baseren zich bij deze besluiten op een bijzondere wet. Voorbeelden zijn de Participatiewet, de WAO, milieuwetten, enzovoort. De Algemene wet bestuursrecht (Awb) is een belangrijke algemene wet die de rechtsbescherming tegen overheidsbesluiten regelt. In de Awb staan procedureregels, maar ook eisen waaraan een overheidsbesluit in het algemeen moet voldoen.

Bezwaar

Al een bestuursorgaan een “primair besluit” heeft genomen, dan kan een belanghebbende binnen 6 weken bezwaar maken bij het bestuursorgaan. Soms kent het betreffende bestuursorgaan een onafhankelijke commissie voor bezwaarschriften, bij andere instellingen worden bezwaarprocedures behandeld door de afdeling Bezwaar en Beroep. Een bezwaarprocedure duurt ca. 3 maanden en eindigt met een “beslissing op bezwaar”. Bezwaar wordt gezien als “verlengde besluitvorming” door het bestuursorgaan.

Beroep

Tegen een beslissing op bezwaar kan beroep worden ingesteld bij de rechtbank. De rechter kijkt op een juridische manier naar het besluit, en dat is een andere invalshoek dan het bestuursorgaan. Is het besluit op de juiste wijze tot stand gekomen en is aan de motiveringsplicht voldaan? Hoe wordt in vergelijkbare gevallen beslist? In zaken over een arbeidsongeschiktheidsuitkering en in bepaalde andere zaken kan de rechter een onafhankelijke deskundige benoemen die een expertiserapport uitbrengt.

Voorlopige voorziening

Beroepsprocedures kunnen lang duren. In sommige zaken bestaat behoefte aan een spoedbeslissing. Dat kan via aan voorlopige voorziening. Het is ook mogelijk om al een voorlopige voorziening te vragen in de bezwaarfase. De inzet is dan meestal de schorsing van een besluit waartegen bezwaar loopt, bijvoorbeeld bij een afgegeven vergunning, om te voorkomen dat een onomkeerbare situatie ontstaat. Sommige zaken zijn geschikt voor het combineren van een beroepschrift en een voorlopige voorziening. Dat kan de doorlooptijd van de beroepszaak fors verkorten (“kortsluiting”).

Hoger beroep

Tegen een uitspraak van de bestuursrechter kan hoger beroep worden ingesteld. Er bestaan verschillende hoger beroepsinstanties in het bestuursrecht. Bij sociale zekerheidszaken is de Centrale Raad van Beroep in Utrecht de hoogste rechter. In andere wetten staat dat de Raad van State het hoogste beroepsorgaan is. In belastingzaken heeft de Hoge Raad het laatste woord, en bij bepaalde besluiten van toezichthouders is het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (CBB) in Rotterdam het hoogste orgaan.

De effectiviteit van beroepszaken

De uitkomst van een rechtszaak bij de bestuursrechter kan meevallen en tegenvallen, net als in het civiele recht. Het bestuursprocesrecht kent wel zijn eigenaardigheden. Zo kan een bestuursrechter een overheidsbesluit vernietigen en het bestuursorgaan in de kosten veroordelen, maar tegelijkertijd de “rechtsgevolgen van het besluit in stand laten”. Daar schiet de appellant niet veel mee op. In andere zaken waarin de rechter het besluit van het bestuursorgaan vernietigt, draagt de rechter het bestuursorgaan op om opnieuw een besluit te nemen met inachtneming van de uitspraak. Dat besluit kan zowel negatief als positief zijn en soms is er aanleiding voor een vervolgprocedure. Maar er zijn ook zaken waarin de bestuursrechter “de zaak zelf afdoet”. Hij neemt dan het besluit dat het bestuursorgaan had moeten nemen. Dat is wel zo efficiënt en plezierig voor de appellant.