Hoe weet u of in de netten van een beleggingsfraudeur, een online scam of een onbetrouwbare CFD-broker verstrikt bent geraakt? Al deze scams werken volgens hetzelfde draaiboek; stap voor stap wordt de belegger, die eigenlijk een prooi is, in de val gelokt.

Fase 1: de positieve fase

In de eerste fase laat de beleggingsfraudeur niet zijn ware gezicht gezien, maar presenteert hij zich zo vriendelijk en behulpzaam mogelijk. Hij stelt veel persoonlijke vragen, en maakt contact door ook iets over zichzelf te vertellen. Intussen komt hij veel te weten over zijn klant, die eigenlijk een prooi is. Bijvoorbeeld hoeveel spaargeld de klant ter beschikking heeft om te beleggen: vanuit het perspectief van een “scammer” is dat de maximale buit die hij kan scoren. We zien dat beleggingen bij onbetrouwbare firma’s (bijna altijd complexe financiële producten, zoals CFD’s) zich in de eerste fase positief ontwikkelen. Op die manier wordt de klant verleid om steeds meer in te leggen: dat is immers lucratief omdat de beleggingen goed lopen, en de broker lijkt betrouwbaar (en heeft zijn ware aard nog niet getoond). Veel posities staan lang open; af en toe wordt winst genomen op een belegging, en dat geld wordt dan geherinvesteerd in een nieuwe “trade”. Op verzoek wordt soms een kleine opname c.q. terugstorting toegestaan; de achtergrond daarvan is dat de boilerroom zo kan laten zien dat zij betrouwbaar is. Het wordt tijd voor de tweede fase als de beleggingsfraudeur merkt dat de klant voorzichtiger wordt omdat hij niet al zijn spaargeld in wil zetten.

Fase 2: het inzetten van margin calls

In de tweede fase moet de “accountmanager” andere methodes inzetten om extra stortingen uit te lokken. Een bekende truc is de zogenaamde margin call. De belegger wordt opgebeld en er wordt gezegd dat de beleggingen dalen zodat de gestegen waarde van het account in gevaar is. Om de resultaten vast te houden moet zo snel mogelijk worden bijgestort. In werkelijkheid zit het anders in elkaar; de beleggingen waren van meet af aan uiterst riskant en gaan dalen, zodat het verstandig is de beleggingen zo snel mogelijk te verkopen om het verlies te beperken. Maar dat advies wordt nu juist niet gegeven. Vaak wordt de truc van de margin call een paar keer herhaald. De belegger wordt onder druk gezet om bij te storten, en van de vriendelijke toon van de eerste fase blijft niets over. De belegger is klemgezet: hij stort steeds meer bij en de consequenties van verlies worden steeds groter, zodat de angst toeneemt, een emotie waarop de fraudeur sluw inspeelt door er nog meer bijstortingen uit te persen. De belegger kan nu geen kant meer op. Overigens komt het fenomeen van de margin call voor bij alle beleggingen met geleend geld, en is het dus niet zo dat een margin call altijd betekent dat sprake is van vooropgezette fraude. Typerend voor de werkwijze van boilerrooms is echter wel dat niet duidelijk wordt uitgelegd dat de risico’s erg hoog zijn omdat geleend geld wordt ingezet. In de terminologie van de rechtspraak gaat het bij deze gang van zaken om “oneerlijke handelspraktijken”. De rechter kan de broker die zich hieraan schuldig maakt veroordelen om de inleg terug te betalen.

Fase 3: het verdampen van de beleggingen

In deze derde fase stort het account in elkaar en krijgt de belegger de klap te verwerken van het verlies van de inleg. Dat komt meestal door swaps (onverwachte kosten). Dit is meestal ook de fase waarin de belegger zich realiseert dat hij of zij bedrogen is. Een bekende truc van beleggingsfraudeurs is dat de gedupeerde de schuld krijgt (“blame the victim”). Er wordt bijvoorbeeld beweerd dat het verlies aan de belegger te wijten is omdat hij advies niet heeft opgevolgd. In werkelijkheid heeft de fraudeur het verloop van de beleggingen geregisseerd door de gedupeerde te manipuleren. De broker heeft zijn plan uitgevoerd en steekt de inleg van de belegger in zijn zak.

Fase 4: Recovery plan

Veel gedupeerden haken na de derde fase af; als zij al niet doorhebben dat het gaat om geraffineerde oplichting, dan is er gewoon geen geld meer om opnieuw te beginnen, omdat al het spaargeld er in zit (sommige gedupeerden zijn zelfs gedwongen geld te lenen en eindigen met schulden). Maar een kleine groep slachtoffers gaat opnieuw in zee met de fraudeurs die een nieuwe truc inzetten. Het volgende hoofdstuk waarmee de boilerroom zal proberen de gedupeerde nogmaals geld te laten storten in de bodemloze put heet “recovery plan”. Er wordt betere begeleiding beloofd, bijvoorbeeld via een senior accountmanager. Deze zal er voor zorgen dat de geleden verliezen goed worden gemaakt. Soms maakt de boilerroom een gebaar door zelf een bedrag op het account te storten, als de belegger dat ook doet, zodat er zogenaamd een hoger bedrag beschikbaar is voor nieuwe beleggingen. In werkelijkheid is de inleg van de boilerroom fictief, en is sprake van een loos gebaar; het gaat er opnieuw om dat de stortingen op gang blijven. Uiteindelijk loopt ook deze laatste ronde negatief af en is de belegger opnieuw zijn inleg kwijt. Fase 4 is eigenlijk een herhaling van de voorafgaande hoofdstukken van het draaiboek.

Fase 5: Recovery agency

Na de voorafgaande fases is de boilerroom definitief door de mand gevallen, en zal de gedupeerde geen zaken meer willen doen. De boilerroom moet dan een hele andere manier bedenken om het slachtoffer nogmaals te laten betalen. Een bekende truc is dat het slachtoffer wordt benaderd door een andere organisatie die belooft te helpen het verloren geld terug te claimen. In werkelijkheid is dat ook een frauduleus bedrijf. Lees hier meer over deze zogenaamde “recovery fraude”.

Manipulatie via software?

Via boilerrooms koop je nooit echte aandelen, maar of helemaal niets, of financiële producten waarvan de waarde is gekoppeld aan de koers van iets anders (bijvoorbeeld een valutakoers, de prijs van een grondstof of een aandelenindex). In beide gevallen heb je niets, omdat het bedrijf nooit winst zal uitkeren en geen tegoed zal uitbetalen. Feitelijk gaat het niet om een belegging maar om een speculatie (ofwel een gok) op een verandering van een koers die gemanipuleerd wordt: een nepbelegging. Er wordt bovendien vaak gewerkt met leverage, ofwel een hefboom, waardoor het effect wordt uitvergroot. Dit leidt tot de vraag of manipulatie via software een onderdeel is van de trucendoos. We kunnen in elk geval zeggen dat we na het behandelen van meer dan 50 zaken eigenlijk altijd zien dat de beleggingen stijgen in de eerste fase, licht dalen in de tweede fase en in elkaar storten in de derde fase. Dat is wel opvallend. In het buitenland zijn inderdaad strafprocessen gevoerd waarbij bewezen is dat bepaalde firma’s sjoemelsoftware leveren aan brokers die daarmee hun klanten bedriegen. Er is ook bewijs dat deze software-firma’s een deel van de omzet krijgen, zodat ze een belang hebben. Dat wordt dan uitbetaald via een belastingparadijs. Maar dat wil niet zeggen dat het uit strategisch oogpunt verstandig is dit argument aan te voeren in een rechtszaak; het kan juist verstandig zijn om in te zetten op andere argumenten die makkelijker te bewijzen zijn.

Wat kunnen wij voor u doen?

Als u na het lezen van dit blog de indruk heeft dat u in de netten van een frauduleuze beleggingsfirma verstrikt bent geraakt, dan kunnen wij u helpen om vast te stellen met wat voor soort firma u te maken heeft. Let op: we geven geen beleggingsadvies, maar geven alleen advies over het type bedrijf waarmee u te maken heeft, op basis van de feiten die u vertelt. Als u te maken krijgt met de derde fase waarin de beleggingen verdampen, dan kunnen we u wellicht helpen uw inleg terug te vorderen via de rechter. Hier leest u een blog over rechtszaken die tot succes hebben geleid.

Onze specialist: Marius Hupkes