Vrijwaring is een begrip uit het Nederlandse burgerlijke recht. De term heeft verschillende betekenissen, afhankelijk van de context. In het procesrecht heeft vrijwaring betrekking op het oproepen van een partij door de gedaagde. Vrijwaring kan ook betrekking hebben op een contractuele verplichting.

Procesrecht

In een procedure kan de gedaagde partij behoefte hebben aan het oproepen van een derde die in zijn visie het bedrag aan de eiser moet betalen waartoe de gedaagde zelf veroordeeld kan worden. A procedeert dan tegen B en B tegen C. Als de rechter C veroordeelt om aan B te betalen, dan kan B de betaling doorleiden naar A.

Verzekering

Vrijwaringsprocedures komen met name voor in aansprakelijkheidszaken waar de gedaagde een verzekering heeft afgesloten die de schade van de eiser niet erkent. Een variant is dat de verzekeraar de dekking niet erkent. De gedaagde wil zijn risico beperken en kan aanleiding zien de verzekeraar in vrijwaring op te roepen. In veel gevallen kan er ook voor worden gekozen een op zichzelf staande procedure te starten. Dan is echter niet verzekerd dat de rechter in de verschillende zaken tegelijkertijd uitspraak doet.

Procesverloop

Een vrijwaring wordt ingesteld via een incident (een miniprocedure binnen de procedure). De gedaagde legt in een incidentele conclusie uit waarom hij er behoefte aan heeft een derde in het geding te betrekken. De incidentele conclusie wordt ingediend op de rolzitting. De eiser mag zich verzetten tegen de vrijwaring maar dat heeft niet altijd zin, omdat de gedaagde doorgaans een redelijk belang heeft bij de vrijwaring. De eiser reageert dan ook vaak met een “referte”. De rechter wijst daarna een vonnis in het incident, waarmee hij de vrijwaring kan toelaten. Daarna roept de gedaagde de derde partij op via een dagvaarding. Een vrijwaringsincident leidt tot een forse vertraging van het geschil omdat de hoofdzaak stil wordt gelegd tijdens het incident. In zeldzame gevallen bestaat ook de mogelijkheid dat een partij die in vrijwaring wordt opgeroepen zelf ook een partij in vrijwaring oproept. Dat wordt aangeduid met de term ondervrijwaring.

Vrijwaring als contractsbepaling

De term vrijwaring komt ook voor in overeenkomsten. In een echtscheidingsconvenant waarmee gemeenschappelijk bezit wordt verdeeld, kan bijvoorbeeld een schuld worden toebedeeld aan een partner. Die partner is dan verplicht de schuld voor zijn of haar rekening te nemen. Die bepaling geldt echter alleen in de onderlinge verhouding. Als de partner stopt met betalen, kan de schuldeiser de vordering verhalen op de andere partij. Een vrijwaringsclausule zorgt er voor dat de aangesproken partner (later) weer terecht kan bij de partner die ingevolge de gemaakte afspraak gehouden was de schuld te voldoen. Een vrijwaringsclausule maakt het bij de verdeling van schulden en bezittingen mogelijk om een bezit samen met een schuld toe te delen aan een partner. De clausule vergroot dus de mogelijkheden om een boedel te ontvlechten.